Beschrijving
Amitriptyline
Amitriptyline behoort tot de groep tricyclische antidepressiemiddelen.
Het regelt in de hersenen de hoeveelheid natuurlijk voorkomende stoffen die een rol spelen bij stemmingen en emoties.
Artsen schrijven het voor bij depressie, posttraumatische stressstoornis, zenuwpijn, bedplassen, spierpijn bij fibromyalgie, hoofdpijn, soms bij hik, migraine en speekselvloed bij ALS.
Hoe?
Capsules met vertraagde afgifte: slik de capsule in zijn geheel door met water, zonder te kauwen. Als u hier moeite mee heeft, kunt u de capsule openen. Neem de korreltjes dan wel in zonder te kauwen. De korrels zijn namelijk zo gemaakt dat ze de werkzame stof langzaam afgeven.
Tabletten: innemen met een half glas water.
Wanneer?
Bij voorkeur de totale dagdosis in een keer ’s avonds voor het slapengaan innemen. Is de dosis echter meer dan 150 mg per dag, dan kunt u de dosis beter in twee keer innemen, ’s ochtends en ’s avonds.
In het begin van de behandeling kan het nodig zijn de dagdosis te verdelen over de dag om bijwerkingen te verminderen. Dit geldt ook voor ouderen. Overleg dit met uw arts.
Hoe lang?
Depressiviteit
Als het medicijn na 6 weken geen effect heeft, overleg dan met uw arts.
Bespreek gedurende de hele behandeling alle veranderingen in uw gedrag of stemming steeds met uw arts. Het kan zijn dat u niet goed of onvoldoende op dit medicijn reageert en misschien meer baat zult vinden bij een ander medicijn.
Na verbetering van de klachten moet u het meestal 6 maanden of langer blijven gebruiken. Dan heeft u minder kans dat de depressiviteit terugkomt.
Posttraumatische stressstoornis
Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog minstens een jaar blijven gebruiken.
Zenuwpijn
Gebruik dit medicijn zolang u last blijft houden van de zenuwpijn. Dit is vaak verschillende maanden tot jaren.
Bedplassen
Dit medicijn is slechts een hulpmiddel bij het begin van een plastraining. Het is dus niet bedoeld altijd door te gebruiken.
Spanningshoofdpijn
Als het medicijn werkt, kan het nodig zijn het langdurig te gebruiken, soms een jaar of langer. Als het middel na 6 weken nog geen effect heeft, zal de dosering misschien moeten worden verhoogd. Als u na 3 maanden nog geen verbetering merkt, kunt u beter in overleg met uw arts een ander medicijn proberen.
Spierpijn (fibromyalgie)
Om het effect goed te beoordelen, moet u het medicijn minstens twee weken gebruiken. Na 2 of 3 maanden gebruik kan het medicijn wat minder gaan werken. Door het gebruik dan 2 tot 4 weken te stoppen en daarna weer te beginnen, kan het medicijn weer voldoende werkzaam worden.
Migraine
Na enkele weken tot maanden zal uw arts met u bekijken of het voldoende werkzaam is. Het kan zijn dat de arts de dosering tussentijds aanpast. Als bij u het aantal aanvallen afneemt en u niet te veel last heeft van bijwerkingen, kunt u het langdurig gebruiken.
Op welke bijwerkingen moet ik letten?
Of er bijwerkingen optreden, en in welke mate, hangt af van hoeveel en hoe lang u dit medicijn gaat gebruiken. Bovendien zullen bijwerkingen niet bij iedereen optreden, maar alleen bij personen die daarvoor gevoelig zijn.
De meeste bijwerkingen zijn in de eerste week het meest uitgesproken en nemen daarna af of verdwijnen zelfs. Ze gaan weer over als u met het medicijn stopt.
Sommige aandoeningen kunnen door amitriptyline verergeren. Neem daarom in elk geval contact op met uw arts als u lijdt aan hartkramp (angina pectoris), hartfalen, epilepsie, een vergrote prostaat of porfyrie.
De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.
Regelmatig, vooral de eerste tijd dat u dit middel gebruikt
Sufheid, slaperigheid, een verminderd reactievermogen en wazig zien. Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij uw oplettendheid erg nodig is, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van processen op het werk. Onderneem geen risicovolle activiteiten, zeker niet de eerste twee weken van de behandeling als u nog aan het middel moet wennen.
Droge mond, doordat u minder speeksel aanmaakt. Als u in het begin van de behandeling veel last heeft van een droge mond kunt u de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom of door te zuigen op ijsblokjes. Door de droge mond ontstaan sneller gaatjes in uw gebit en ontstekingen van het slijmvlies van de mondholte. Poets en flos extra goed als u merkt dat u last blijft houden van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.
Als u het syndroom van Sjögren heeft, een aandoening waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal: u kunt meer klachten krijgen. Dit middel vermindert de aanmaak van traanvocht en speeksel. Neem contact op met uw arts als u meer last heeft van oogirritatie of een droge mond. Mogelijk is een ander middel geschikter.
Duizeligheid, vooral bij het opstaan uit bed of uit een stoel. Dit kan het gevolg zijn van een lagere bloeddruk. In het algemeen gaat de duizeligheid in enkele dagen tot weken over als uw lichaam zich heeft ingesteld op de lagere bloeddruk. Mensen met hartfalen kunnen hier meer last van hebben. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het beste even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Blijft u last houden, overleg dan met uw arts.
Regelmatig
Hartkloppingen. Dit kan bij mensen met hartkramp (angina pectoris) een aanval uitlokken van pijn op de borst bij inspanning. Overleg hierover met uw arts.
Verstopping (obstipatie). Eet vezelrijke voeding en drink veel. Neem contact op met uw arts als u veel last blijft houden van verstopping.
Gewichtstoename. Dit komt gedeeltelijk doordat u meer eetlust heeft, maar ook doordat uw lichaam soms meer water vasthoudt (oedeem).
Soms, vooral de eerste tijd dat u dit medicijn gebruikt
Misselijkheid en braken, vooral als u begint met dit medicijn. Mogelijk helpt het om dit medicijn op een volle maag in te nemen.
Trillende handen.
Overmatig zweten.
Zelden
Moeilijk kunnen plassen. Dit is vooral van belang als u al moeite met plassen heeft door een vergrote prostaat. Neem contact op met uw arts als u dit merkt. Mogelijk is een ander medicijn geschikter voor u.
Minder of soms juist meer zin in vrijen. Bij mannen: moeilijker krijgen van een erectie en zaadlozing. Bij vrouwen: moeilijker krijgen van een orgasme.
Verwardheid en zeer zelden gejaagdheid, angst en slapeloosheid.
Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de aangeboren vorm van de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze aangeboren hartritmestoornis heeft.
Zeer zelden
Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk. Gebruik dit medicijn dan niet meer. Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan benauwdheid of een opgezwollen gezicht. Ga dan onmiddellijk naar een arts. In beide gevallen mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor amitriptyline. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of soortgelijke middelen niet opnieuw krijgt.
Borstvorming (bij mannen), melkafscheiding. Dit verdwijnt weer als u stopt met het gebruik.
Bloed- of leverafwijking. U kunt dit merken aan onverklaarbare koorts, keelpijn, blauwe plekken of een gele verkleuring van het oogwit. Staak dan het gebruik en waarschuw uw arts.
Mensen met epilepsie lopen een grotere kans op een epileptische aanval.
Kinderen zijn extra gevoelig voor de bijwerkingen van dit medicijn.
Toename van depressieve gedachten of gedachten aan zelfmoord. Neem contact met uw arts op als depressieve gevoelens juist toenemen of verergeren. Jongeren onder de 25 jaar hebben meer kans op deze bijwerkingen.
Mensen met het Brugada-syndroom, een erfelijke hartaandoening, hebben een grotere kans op hartritmestoornissen. Gebruik dit medicijn NIET als u dit syndroom heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
Hartaandoeningen, zoals meer kans op een hartaanval. De kans hierop is groter bij mensen die in het verleden een hartaanval hebben gehad. Waarschuw uw arts, als u plotseling pijn op de borst krijgt. Heeft u kort geleden een hartaanval gehad? Dan mag u dit middel niet gebruiken. Overleg hierover met uw arts.
Bewegingsstoornissen. Deze herkent u aan zuig-, kauw- en smakbewegingen, bewegingen van de tong en grimassen en tics van het gezicht. Neem bij deze verschijnselen contact op met uw arts. Bij mensen die al een bewegingsstoornis hebben kan dit verergeren. Raadpleeg uw arts als u dit merkt.
Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van een van de bovengenoemde bijwerkingen of als u andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.